Cultuur is niet te bedenken of te fabriceren. Het gedrag van de medewerkers vormt een belangrijk onderdeel van de bedrijfscultuur. Een gepassioneerde organisatie, waar iedereen weet waarom hij of zij er toe doet en weet, wat de visie, missie en doelen zijn van de organisatie draagt bij aan een sterke bedrijfscultuur. En is daarmee een van de belangrijkste drijfveren voor duurzaam succes.

Het zijn dus niet de producten of de diensten die de organisatie vormen. Het is dus niet de grootte van de organisatie of de macht die de organisatie heeft die een organisatie sterk maakt, maar het is de bedrijfscultuur die de krachtige organisatie maakt. Als we deze logica volgen, dan zouden we niet mensen moeten aannemen alleen omdat ze over bepaalde vaardigheden beschikken, maar vooral ook omdat ze geloven waarin de organisatie gelooft. Dit betekent dat we bij sollicitaties ons niet moeten blindstaren op de vaardigheden en het verleden van de kandidaat, maar veel meer moeten letten op de waarden en overtuigingen die de sollicitant heeft en in hoeverre deze overeen komen met de cultuur van de eigen organisatie. Echt succesvolle organisaties nemen mensen aan die gemotiveerd zijn, om hen vervolgens te inspireren. Als je ze niet inspireert dan zullen zij zichzelf motiveren en op zoek gaan naar een andere baan. De organisatie blijft dan zitten met de achterblijvers.

Het gewenste gedrag, maar ook de normen en waarden van de organisatie, zouden naast de kernwaarden en kernthema’s vastgelegd moeten worden. Door het formuleren van corporate ‘passion statements’ wordt het een onderdeel van de organisatie-identiteit. Zij vormen samen de emotionele en sociale identiteit van de organisatie.  Vervolgens moet dit niet in de onderste lade van het bureau verdwijnen, maar moet dit net als de andere traditionele (lees: rationele) doelstellingen maandelijks worden besproken in de vergaderingen waar de resultaten besproken worden.

Iedereen heeft passie en het gaat er om dat alle medewerkers van de organisatie dezelfde passie voelen voor de organisatie waar zij werken. Dat is in principe in elk type organisatie te realiseren. Het gaat echter niet vanzelf, omdat medewerkers geïnspireerd en gebonden moeten worden door de eigen organisatie. Hier is duidelijk een rol weggelegd voor de leiding van de organisatie. Maar door medewerkers aan te spreken op hun werkpassie kunnen we het gedrag van medewerkers in een organisatie positief beïnvloeden. Wij moeten ons realiseren dat medewerkers in een organisatie voor een belangrijk deel met hun gedrag de cultuur bepalen en daarmee de identiteit van de organisatie.

Het veranderen van gedrag gaat niet door gedrag op te leggen, maar moet bereikt worden door te inspireren. Mensen hebben de behoefte aan intrinsieke motivatie. Dit is voor hen een bron van vitaliteit, voldoening en zingeving. En wie intrinsiek gemotiveerd is, heeft doorzettingsvermogen, vertrouwen, energie en de passie om activiteiten te ondernemen omdat hij of zij het wil (en niet alleen omdat het moet). We moeten er echter geen ‘boardroom’-passie van maken. Het moet geen discussiestuk blijven of alleen een ‘kreet op de muur’. We willen dit met zijn allen doen. Alleen dan kunnen wij de kracht van een gepassioneerde organisatie gebruiken. Passie moet gedeeld, beleefd en gevierd worden.

Het is statistisch bewezen dat een sterke bedrijfscultuur leidt tot betere financiële resultaten. Dit komt door hogere betrokkenheid van de medewerkers, het herkennen van talenten, het geven van vertrouwen en verantwoordelijkheid, een sterke interne communicatie en een geaccepteerd hoger niveau van risico’s nemen.